De ratio van het weerstandsvermogen is 1,54. Bij een ratio tussen de 1,4 en 2,0, is deze ruim voldoende. Onder meer door de storting van 4,3 miljoen vanuit de reserve precariobelasting en € 4 miljoen vanuit de vrijval voorziening bedrijfsterreinen in de algemene reserve zal de ratio in 2021 stijgen naar 1,90. De gemeente streeft naar een minimale ratio van 1,0 (raadsbesluit bij nota Risicomanagement & weerstandsvermogen).
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de risico’s die we lopen (de benodigde weerstandscapaciteit) en de financiële middelen die we hebben om de risico’s te dekken (de beschikbare weerstandscapaciteit). Deze relatie noemen we de ratio:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit.
Ratio weerstandsvermogen | |
Beschikbare weerstandscapaciteit | € 16.723.000 |
---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit | € 6.595.000 |
Benodigde weerstandscapaciteit COVID-19 | € 4.250.000 |
Ratio weerstandsvermogen | 1,54 |
Kwalificatie | Ruim voldoende |
In de afgelopen jaren was het verloop van de ratio weerstandsvermogen als volgt:
P&C document | Ratio |
---|---|
Programmabegroting 2019 | 2,68 |
Jaarrekening 2018 | 4,00 |
Programmabegroting 2020 | 2,71 |
Jaarrekening 2019 | 2,81 |
De daling van de ratio is grotendeels het gevolg van COVID-19. Zonder deze risico’s zou de ratio 2,54 bedragen en daarmee uitstekend zijn.