6. Sociaal domein

Risico's

Taskforcemaatregelen
In de afgelopen jaren merkten we hoe weerbarstig de kostenontwikkeling in het sociaal domein kan zijn. Noodzakelijke zorg willen en zullen wij onze inwoners niet onthouden. Externe factoren zoals de gevolgen van beleidswijzigingen door het Rijk en het verwijsgedrag van andere verwijzers zijn niet altijd voorspelbaar en/of beïnvloedbaar. Zo is het effect van de invoering van het abonnementstarief in combinatie met de vergrijzing op de vraag naar Wmo voorzieningen niet exact te voorspellen, al zien we nu al een stijging bij de huishoudelijke hulp. Het economisch tij is gekeerd waardoor minder mensen uitstromen uit de uitkering en de instroom toeneemt. De financiële effecten van de wijziging van het woonplaatsbeginsel kunnen tegenvallen.

Onderdeel van het risicobedrag zijn ook de extra middelen jeugdzorg voor de jaren 2019 tot en met 2021, die onderdeel uitmaken van de algemene uitkering. In de Septembercirculaire 2020 zijn ook de middelen voor 2022 definitief toegekend. Deze worden als structureel dekkingsmiddel aangemerkt. Voor de jaren 2023 en 2024 kan door de gemeente een stelpost ‘Uitkomst onderzoek jeugdzorg’ geraamd worden: per gemeente naar rato van de € 300 miljoen (na 2021). Voorwaarde is dat de gemeente zelf maatregelen neemt in het kader van de transformatie rondom jeugdzorg en ggz mede gericht op beheersing van de kosten. Gemeenten spelen immers zelf ook een actieve rol in de transformatie en daarmee ook in het kunnen beperken van de uitgaven.

Door de maatregelen die de verspreiding van het COVID-19-virus moesten voorkomen, kwam er ineens veel op de gemeente af. Er moest opvang geregeld worden voor kinderen van ouders met cruciale beroepen, zorg moest anders worden ingericht, de TOZO-regeling nam veel tijd in beslag en het grootste deel van dit werk moest vanuit thuis worden verricht. De prioriteiten lagen in de eerste maanden bij het goed regelen van de continuïteit van hulp en ondersteuning van onze inwoners. Ook de partners, met wie we samenwerken hadden het druk met de gevolgen van de maatregelen. Uit de Taskforce Q2 rapportage is gebleken dat er ernstig vertraging is opgelopen op de uitvoering van de taskforcemaatregelen. Vooral de uitvoering van maatregelen waarbij samenwerking intern of met andere partijen nodig was, hebben we moeten uitstellen.
Dit heeft consequenties voor de financiële taakstelling die we moeten realiseren. Er wordt een herstelplan COVID-19 opgesteld om in te spelen op de gevolgen van COVID-19. Een onderdeel van dit plan zijn ook de bijdragen vanuit het Rijk. De gevolgen voor de Taskforce worden meegenomen in dit herstelplan.

Stijging bijstandsuitkeringen

Als gevolg van de COVID-19 crisis staat de bedrijvigheid van een aantal bedrijven en organisaties tijdelijk op een lager pitje of is zelfs stil komen te liggen. Dit heeft tot gevolg dat er gedwongen ontslagen zijn gevallen in verschillende sectoren. Deze mensen komen, al dan niet met een vertraging via het UWV, in het bijstandsbestand van de gemeente. De prognose is dat het bestand per 31 december 2020 met circa 80 inwoners is gegroeid. Het maximale risico ligt binnen een bandbreedte van  € 500.000 - € 1.000.000.
Op de compenserende BUIG-gelden wordt een tekort verwacht. Het definitieve budget wordt eind september vastgesteld. Naar verwachting zal het definitieve budget omhoog worden bijgesteld, maar zal het onvoldoende zijn om de volledige kosten te dekken. De verwachting is dat na 2020 het aantal bijstandsgerechtigden doorgroeit. Berenschot heeft geprognosticeerd dat het bestand groeit van (nu) 467 naar 630 in 2022.

Deze pagina is gebouwd op 10/27/2020 16:28:58 met de export van 10/27/2020 16:17:25