Effecten COVID-19
De periode van ingrijpende maatregelen om verspreiding van het corona-virus te beperken laat zijn sporen na in het sociaal domein. We verwachten een forse stijging van het uitkeringsbestand (630 in 2022 t.o.v. 467 nu). De effecten van het opgroeien in een bijstandsgezin werken ook op de lange termijn door. De stijging van het uitkeringsbestand zorgt ervoor dat we de taakstelling van de Taskforce niet realiseren.
Doordat meer mensen hun baan kwijtraken kan de schuldenproblematiek toenemen en kunnen meer mensen een beroep doen op de armoederegelingen. Ook verwachten we een toename van het aantal aanvragen als gevolg van zorgachterstand, huiselijk geweld, spanningen thuis, eenzaamheid, huiselijk geweld, psychische problematiek, etc. Financieel is aan bovenstaande aandacht besteed in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Effecten voor het sociaal domein volgen we actief.
AMvB reële tarieven jeugd
Kwalitatief goede zorg voor jeugd staat of valt met voldoende middelen voor goed opgeleid, gemotiveerd en voldoende personeel. Hiervoor is nodig dat gemeenten en aanbieders redelijke tarieven afspreken voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Omdat er in de praktijk veel discussie is over wat nu redelijke tarieven zijn, is de Minister bezig een algemene maatregel van bestuur (AMvB) op te stellen. In deze AMvB worden elementen van een redelijk tarief vastgelegd. Door te werken met landelijk bepaalde kostprijselementen kunnen gemeenten en aanbieders een beter gesprek voeren over waar ze rekening mee moeten houden om te komen tot een reëel tarief. In de nieuwe regionale zorginkoop is al zo goed als mogelijk voorgesorteerd op deze AMvB. We gaan er daarmee vanuit dat we voldoen aan de elementen die hierin opgenomen gaan worden.
Nieuwe inkoop Wmo en Jeugd
Per 1 juli 2020 gaat de nieuwe inkoop van start. We gaan werken met andere producten en realistischere tarieven voor de zorgaanbieders. Ondanks het feit dat er een zeer zorgvuldig proces is gelopen, is het mogelijk dat deze nieuwe inkoop in 2021 tot enkele zogenoemde ‘kinderziektes’ kan leiden.
Uitstel invoering Wet Wijziging Woonplaatsbeginsel
De coronacrisis heeft veel impact op de werkzaamheden van gemeenten en zorgaanbieders. Daarom werd gekeken of een zorgvuldige implementatie van het woonplaatsbeginsel in deze omstandigheden per 2021 nog haalbaar en realistisch is. Na zorgvuldige afweging is besloten dat de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet wordt uitgesteld naar 1 januari 2022 .
Aflopen Transformatieplan Jeugdhulp 2018 – 2020 Regio Centraal Gelderland’
Bij de invoering van de Jeugdwet in 2015 was naast een transitie, ook een transformatie beoogt. Hiervoor hebben we het ‘Transformatieplan Jeugdhulp 2018 – 2020 Regio Centraal Gelderland’ vastgesteld. De afgelopen jaren zijn we druk bezig geweest met de uitvoering van dit regionale plan. Er is hard gewerkt aan de vier ontwikkellijnen. De looptijd van dit regionale plan liep in 2020 af. Gezien de landelijke oproep tot meer regionale samenwerking (zie o.a. de Tweede Kamerbrief ‘Perspectief voor de Jeugd’ van maart 2020, maar ook de Gelderse Verbeteragenda en de Norm voor Opdrachtgeverschap), en het feit dat de transformatie nog in volle gang is, is de verwachting dat het transformatieplan, al dan niet in dezelfde vorm, zal worden voortgezet. Voor de uitvoering van het Transformatieplan hebben we van het Rijk uitvoeringsbudget ontvangen. Voor 2021 en verder ontvangen we hier geen Rijksmiddelen meer voor. Indien de ontwikkellijnen uit het transformatieplan voortgezet gaan worden / geborgd worden, kan een extra financiële impuls wellicht noodzakelijk zijn. Hoe dit eruit komt te zien is nog niet bekend.
Beschermd wonen
Vanaf 1 januari 2022 worden gemeenten individueel verantwoordelijk voor de uitvoering van beschermd wonen van nieuwe ggz-cliënten. Er komt één geïntegreerd objectief verdeelmodel voor beschermd wonen, maatschappelijke opvang en begeleiding. Dit is naar verwachting eind 2020 bekend. De decentralisering beperkt zich tot nieuwe cliënten en er is sprake van een ingroeipad van 10 jaar. Door deze geleidelijke invoering zal er stap voor stap voor onze regio minder geld beschikbaar zijn. De omvang hiervan is nog niet volledig duidelijk en we maken ons zorgen of “bovenregionale instroom (regionale aantrekkingskracht)” die we in onze regio kenden en kennen ook meegenomen wordt.