Paragraaf 4 Financiering

Financieringspositie

We geven in deze paragraaf aan welke financieringsbehoefte we verwachten. Wij verwachten in 2021 voor € 5 miljoen aan langlopende geldleningen te moeten aantrekken. In de Begroting 2020 zijn we ervan uitgegaan dat in de loop van 2020 nog een nieuwe geldlening van € 5 miljoen moet worden aangetrokken. Dit is afhankelijk van het moment waarop bij een van de provincie ontvangen subsidie moeten doorbetalen aan Rijkswaterstaat. Vindt deze doorbetaling pas in 2021 plaats dan is de verwachting dat we voor €10 miljoen aan langlopende geldleningen moeten aantrekken in 2021. In het Treasurystatuut is bepaald dat de raad aan het college mandaat geeft voor maximaal dit bedrag. In afwijking van andere jaren vragen wij nu mandaat voor € 5 miljoen in 2021. Mocht de lening in 2020 niet doorgaan, dan vragen we in 2021 mandaat voor maximaal € 10 miljoen. Deze leningen zijn om de kortlopende schuld te consolideren naar langlopende schuld. Een belangrijk deel is bestemd voor nieuwe investeringen, zoals het huisvestingsprogramma onderwijs. Op korte termijn zien wij geen mogelijkheden om de langlopende schuld verder af te bouwen. De inkomsten uit met name de grondexploitaties worden nu ingezet voor de reguliere aflossingen en de investeringen. De schuldpositie van de gemeente Lingewaard zal hierdoor iets verslechteren.

Leningenportefeuille

Uit het volgende overzicht blijkt dat door het opnemen van een nieuwe langlopende geldlening en de reguliere aflossingen in 2021 het gemiddelde rentepercentage zal afnemen met 0,31%. Dit is natuurlijk afhankelijk van de te betalen rente op de nieuw af te sluiten geldlening. Voor de begroting 2021 gaan we hier uit van een rentepercentage van 0,1% conform onze rentevisie.