Paragraaf 4 Financiering

Voor de toetsing van het renterisico heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet per 01-01-2021

De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren. De toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van het lopende jaar naar de stand per 1 januari. De uitgaven in de programma's bedragen € 114.314.000 (exclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves). De kasgeldlimiet voor 2021 bedraagt € 9.717.000.

Renterisiconorm en renterisico's op de vaste schuld per 01-01-2021

De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.

Het renterisico op de vaste schuld blijft onder de renterisiconorm, zowel in 2021 als tijdens het hele meerjarenperspectief. Bij het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen zal in ieder geval met deze norm rekening worden gehouden. Zodat deze norm ook in de toekomst niet overschreden zal worden.

Op basis van de huidige inzichten gaan we er vanuit dat er in 2021 één nieuwe geldlening tot maximaal € 5 miljoen moet worden aangetrokken. De lening is nodig om de kortlopende schuld te consolideren en nieuwe investeringen te kunnen betalen. Wanneer we met name in de sfeer van de grondexploitaties meer inkomsten realiseren, hebben we minder, of lagere geldleningen nodig. Het tegenovergestelde zou zich ook voor kunnen doen als we veel meer uitgaven krijgen door de gevolgen van COVID-19.

Liquiditeitenplanning

Voor de begroting 2021 vormt de liquiditeitenplanning van augustus 2020 de basis voor de berekening van de verwachte financieringsbehoefte. In deze planning houden we rekening met het aantrekken van een langlopende geldlening van € 5 miljoen in 2021. Ook is hierin rekening gehouden met een nog aan te trekken geldlening van € 5 miljoen in 2020. Zoals hiervoor bij het onderdeel financiering al is aangegeven, kan de lening van € 5 miljoen in 2020 ook eventueel aan de lening van 2021 worden toegevoegd. Dit gaat alleen op als de subsidie aan Rijkswaterstaat niet in 2020 maar in 2021 plaatsvindt. Als de verkoop van gronden erg afwijkt van de raming en als er door COVID-19 meer onverwachte uitgaven komen, kan dit er toe leiden dat aanvullende, of minder financiering moet worden aangetrokken. Het mandaat voor het college is voor 2021 maximaal € 10 miljoen. Is meer financiering nodig, dan zullen wij daarvoor een voorstel aan de raad voorleggen. Omdat kort financieren ook in 2021 goedkoper is dan lang financieren, blijven we maximaal gebruik maken van kort financieren.